een plek – de straat als decor

Een plek. Een woord dat steeds terugkomt in de antwoorden van de bewoners van de straat die we onderzoeken. Ze verlangen naar een plek voor sociale ontmoetingen. Wat bedoelen ze daarmee? Waarvoor dient die plek?
Vaak wordt verwezen naar de plek van vroeger. De ‘plek’ waar men eerder contact maakte met de buurtbewoners was vaak de voortuin. Bij mooi weer zaten ze daar, en was er contact.
De sociale functie van een plek, ontstond ook als de ‘huisvrouw’ van vroeger haar ramen lapte, de stoep veegde, en de plantjes bijhield. Wanneer de vrouwen dat in de straat tegelijkertijd deden ontstond er een sociale plek, waarin iedereen weer op de hoogte werd gesteld van elkaars bezigheden. De kinderen speelden op de straat, en moeders praatten met elkaar, een plek creëert zichzelf.

In het boek ‘het woninkrijk der Bloemstraters’ (2003) schrijft Jos van der Lans over sociaal kapitaal en een plek. Sociaal kapitaal heeft altijd een plek nodig, het moet zich ergens kunnen nestelen of vestigen. Dat is de fysieke dimensie. Om die reden is de woning voor de vorming van sociaal kapitaal zeer cruciaal; ze vormt er letterlijk de thuisbasis voor. Bij dit fysieke aspect gaat het niet om iemands woning, maar om ruimere omgevingen die het decor vormen van iemands bestaan: de straat, de buurt, de kantine van de vereniging of de arbeidsplek.
Voor contact is dus een plek nodig.

Maar er is ook een nieuw soort plek bijgekomen door de digitale media. Is WhatsApp een plek geworden? Twitter? Facebook? En hoe kunnen we deze nieuwe plekken zelf inrichten? Wie zit waar? En wie zorgt er voor de koffie?
Hoe zit het met de plek in je buurt, als veel mensen s’ochtends vertrekken en s’avonds moe in hun huizen terugkomen. Het decor is leeg, op twee korte momenten van de dag na. Er ontstaat niets.
Tijdens een van onze interviews werd gezegd:

“We zijn meer dan ooit met elkaar verbonden, maar we zijn elkaar meer dan ooit kwijt”.

De verlangens voor meer contact met de buren zijn bij veel mensen die we spraken aanwezig. Natuurlijk heeft de een er meer behoefte aan dan de ander. Die mensen die de wens tot meer contact uitspreken, kunnen we hen aan elkaar verbinden? En hebben we hiervoor een plek nodig?
Spannende vragen! Gelukkig hebben we met ons onderzoek een plek gecreëerd om samen met de bewoners van de straat naar antwoorden te zoeken.

 

Maar er is ook een nieuw soort plek bijgekomen door de digitale media. Is WhatsApp een plek geworden? Twitter? Facebook? En hoe kunnen we deze nieuwe plekken zelf inrichten? Wie zit waar? En wie zorgt er voor de koffie?
Hoe zit het met de plek in je buurt, als veel mensen s’ochtends vertrekken en s’avonds moe in hun huizen terugkomen. Het decor is leeg, op twee korte momenten van de dag na. Er ontstaat niets.