Voor het nieuwsblad Leeslint van het Meermanno Museum vroegen ze mij een stuk te schrijven over mijn werk:
Tot de kern
Betekenis hebben, betekenis geven en ruimte er omheen vrij laten voor eigen interpretatie en interactie. Dat is voor mij betekenisvol grafisch ontwerpen.
Tijdens een bezoek aan mijn grootouders werd ik mij bewust van de spullen die zij om zich heen vergaarden, vol verhalen en vol betekenis. Tegelijkertijd zag ik hoe mijn eigen generatie steeds sneller leeft, anders met spullen omgaat en steeds onpersoonlijker met elkaar om lijkt te gaan. Ik besefte dat omgeving, spullen en een plek belangrijke onderdelen zijn voor je identiteit.
Ik startte een onderzoek naar identiteit van de mens en zijn spullen. Na acht interviews met verschillende mensen zag ik dat zij in elke ruimte van een huis andere informatie over zichzelf blootgeven. Bij de voordeur staat een bepaalde auto of fiets en ook de vormgeving van een naambordje of het juist het ontbreken daarvan, vertelde mij al iets over de persoon die ik ging ontmoeten. De hal, de woonkamer, de keuken, de keukenkastjes, de slaapkamer, ze bevatten allemaal andere stukjes informatie. Informatie die steeds intiemer wordt. Als laatste de rommelkamer, vol met spullen die niemand te zien krijgt maar niet weggegooid mogen worden.
Deze verschillende lagen heb ik in mijn onderzoek opgedeeld in zes zones, beginnend bij de publieke ruimte en eindigend bij de intieme ruimte van een mens.
Om deze ruimtes inzichtelijk te maken heb ik van drie personen van drie verschillende generaties (Dana 23, Jan 53 en Cees 85 jaar) laag voor laag hun identiteit in beeld gebracht in een boek. Elk boek draagt de identiteit van deze personen in zich.
Hun verhalen, spullen en de manier waarop ze zich kwetsbaar opstelden, zijn verbeeld in het boek. In elke laag wordt meer informatie gedeeld, maar deze wordt met het betreden van de verschillende zones steeds moeilijker te bekijken, bijvoorbeeld omdat pagina’s zijn dichtgevouwen of soms zelfs dichtgenaaid. Bladerend van hun publieke naar hun private ruimte, ontvouwt zich een tactiel en ruimtelijk boekwerk waarin de hoofdpersoon geleidelijk zijn identiteit bloot geeft.
Tijdens dit ontwerpend onderzoek werd mij duidelijk dat voor de oude boer het vanzelfsprekender lijkt om ‘gebreken’ niet te verbergen. Hij loopt met een stok en hoeft niet te doen alsof hij elke dag nog in het Vondelpark hardloopt. Hij vindt het fijn als er iemand langskomt, anders is hij ook maar alleen. Hier tegenover staat mijn eigen generatie die haar best doet om de leukste foto’s van feestjes te laten zien op Facebook en te tonen hoe leuk hun leven is, ook al is dit niet altijd het geval. Tot de kern is mijn reactie op de maatschappij, de manier waarop we leven en met elkaar omgaan.
Ik ben ervan overtuigd dat je wanneer je echt contact met mensen wilt maken en waardevolle relaties wilt onderhouden, je jezelf kwetsbaar moet opstellen.
In Tot de kern kan je verder kijken dan de ‘gemaakte buitenkant’ en de mensen écht ontmoeten. Ik wil u als bezoeker uitnodigen om u mee te laten nemen naar de verhalen van Dana, Jan en Cees.
Willemieke van den Brink, sociaal en grafisch ontwerper.
Echter ontwerp
Dit najaar heeft Museum Meermanno | Huis van het boek met steun van de Stichting Vrienden van Museum Meermanno en de Stichting Cox Tot de kern kunnen verwerven voor het museum. Voor deze gelegenheid heeft Willemieke van den Brink de Aanwinstenzaal van het museum ingericht met een ruimte vullende installatie die t/m 10 januari 2016 te zien is.
Betekenis hebben, betekenis geven en ruimte er omheen vrij laten voor eigen interpretatie en interactie. Dat is voor mij betekenisvol grafisch ontwerpen.
Tijdens een bezoek aan mijn grootouders werd ik mij bewust van de spullen die zij om zich heen vergaarden, vol verhalen en vol betekenis.